Een inbreker zal in 80% van de gevallen eerst toegang proberen krijgen via de deur, raam of poort van een gebouw. Inbraakwerend schrijnwerk is dus een cruciaal element voor de beveiliging van de buitenschil van uw gebouw.
De term ‘inbraakvertragende’ deuren is eigenlijk een betere uitdrukking voor ‘inbraakwerende’ deuren. Het inbraakmateriaal dat de inbreker gebruikt hangt altijd samen met de tijd en ervaring die de inbreker heeft.
Elementen die het beveiligingsniveau van de inbraakwerende deur, raam of wand bepalen
Als een beveiliging tegen agressie ontworpen wordt, moeten deze drie strategische elementen geanalyseerd worden:
1 De agressierisico’s
De agressierisico’s zijn vandalisme, diefstal met inbraak, gewapende overval, fraude, industriële spionage en sabotage, oproer, terrorisme enz…
2 De mogelijke agressors
De mogelijke agressors zijn een opportunist, een occasionele misdadiger, een kleine misdaad, een ervaren misdadiger, zware criminaliteit, terrorisme enz…
3 Het veiligheidssysteem
De verschillende veiligheidssystemen zijn detectie, analyse, alarm, fysieke bescherming, waarschuwing en interventie.
EN 1627-1630 : Een test op inbraakwerendheid verloopt in drie fases
- Weerstand tegen een statische belasting
- Weerstand tegen een dynamische belasting
- Weerstand tegen manuele inbraakpogingen
Bij de test wordt een inbraak in scène gezet. De ‘inbrekers’ maken gebruik van een gereedschapsset. Vooraf krijgen ze de gelegenheid om de plannen van de geteste deur, raam of wand te bestuderen om eventuele zwakke punten te ontdekken. Dit maakt wel dat ze een voorsprong hebben op reële inbrekers, die de plannen niet ter beschikking hebben. De inbraakpoging wordt getimed om zo de inbraakwerendheid van de deur, raam of wand te bepalen. Vanaf de deur geopend is of een opening die voldoende groot is voor een lichaam van normale afmeting, wordt de timer gestopt.
De klassen (weerstandsniveaus) van deze norm variëren van 1 tot 6 en zijn als volgt ingedeeld: